Natuurwezens verzorgen de levende krachten in de aarde. Zij scheppen en voelen voortdurend en zorgen ervoor dat planten de levende krachten en de stoffen uit de aarde op kunnen nemen waardoor ze kunnen groeien en zich ontwikkelen. Zij werken steeds via één van de elementen aarde(o.a. kabouters), water(nimfen) lucht/licht(feeën) en warmte/vuur (salamanders).
De wetenschap heeft weinig belangstelling voor dit levende, zij onderzoekt vooral het resultaat in de materiële kant: hoeveel is een plant gegroeid, welke stoffen heeft ze opgenomen. Dorian Schmidt heeft ons geleerd hoe je deze levende krachten kunt waarnemen. In zijn boek en de oefengroepen die hiervoor in Nederland zijn ontstaan naar aanleiding van zijn werk. (zie www.levenskrachten.nl)
De natuurwezens zijn dus de wezens die voor het beheer en de levende kant van de natuur zorgen. Niet alleen in planten, maar ook in het water, ook in de aarde zelf( en in alle materie) en in het licht (via de lucht) en in de warmte.
Anders dan mensen kunnen zij meestal maar in één element werken, dus in het vaste(aarde-element), het vloeibare(waterelement), het luchtige (lucht/lichtelement) of in de warmte (vuurelement). Ze werken hiërarchisch: Er zijn wezens met kleinere of grotere taken. De kleinere worden geleid door de hogere wezens met meer taken. In ons werk maken we vaak contact met de landschapsengel, een hoger wezen met een meer omvattend taakgebied. Zij werkt via drie onder haar werkende deva's, de witte deva, de rode deva en de zwarte deva, die elk een verschillend aspect als taak hebben,
We kunnen natuurwezens niet waarnemen met onze fysieke ogen. We moeten een grens over naar de niet-fysieke wereld. Tegenwoordig hebben veel mensen al ervaring met de overgang over deze grens, maar moeten ze zich dat vooral bewust worden of serieus leren nemen: welke antennes heb ik, kan ik die verder ontwikkelen? Of kan ik ook nog via andere antennes leren waarnemen in deze levende wereld?
In onze workshops helpen we je dat te ontdekken en verder te onderzoeken.